De Roek is in Noord-, Oost, Midden- en
Zuid Nederland wijd verbreid in geschikte landschappen met water, weilanden
en hoge (nest)bomen. De Waddeneilanden, Flevoland en Zeeland moeten het
zonder Roeken stellen en dat geldt ook voor grote delen van Noord- en Zuid-Holland.
De groei van de populatie heeft nog nauwelijks tot spectaculaire uitbreiding
in westelijke richting geleid. In 1997 zijn in 741 kolonies 55.960 Roekennesten
geteld. Hier en daar in Groningen, Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant
zijn enkele kolonies niet geteld en op basis van telgegevens uit vorige
en latere jaren zijn hiervoor ongeveer 2000 nesten ingeschat. De landelijke
populatie komt uit op ongeveer 58.000 paren. Dit aantal komt overeen met
het totaal in 1995, maar is iets lager dan dat van 1996. Het lijkt erop
dat de stand van de Roek zich aan het stabiliseren is. Verder terugkijkend
zien we dat het huidige aantal in de buurt ligt van de (onvolledige) topaantallen
uit de jaren dertig, veertig en vijftig (tabel 45). Het lage aantal van
11.000 paren in de jaren zeventig is nu haast niet meer voor te stellen.
De groei van de roekenpopulatie de afgelopen
25 jaren is niet aan iedereen voorbijgegaan Vooral de laatste jaren duiken
steeds meer berichten op over overlast, schade en dergelijke. Gebrandmerkte
kolonies worden (vaak illegaal) verstoord, zodat men ter plaatse van de
Roeken af is. Wegpesten van een kolonie leidt echter vrijwel steevast tot
soms talrijke kleine vestigingen in de omgeving. Deze kleine kolonies groeien
weer, waardoor weer bestrijding nodig wordt geacht, met als gevolg enzovoort,
enzovoort. Bestrijding van Roeken is aan vergunningen gebonden (voor details
zie SOVONNieuws 12, nummer 1, maart 1999, pag. 12). Misschien in samenhang
met bestrijdingsacties is te zien dat het aantal grote kolonies terugloopt.
In tabel 46 stonden vorig jaar nog veertien kolonies en dit jaar tien.
Door de vele verplaatsingen van roekenkolonies
krijgen we ook meer en meer problemen met tellen en registreren. Tellers
moeten zeer alert zijn op nieuwe vestigingen en deze ook goed documenteren.
Bij SOVON merken we dat registratie per kolonie (gebruikmakend van de prachtige
definities uit de handleiding) niet zaligmakend is. Op enkele plaatsen
is men er noodgedwongen toe overgegaan om een bepaald goed omschreven gebied
(deel van een dorp, wegtracé of iets dergelijks) als kolonie te
beschouwen. Vereisten daarbij zijn: exacte plaatsaanduiding en altijd compleet
tellen.
Tabel 45. Schattingen
van de Nederlandse broedpopulatie (aantal paren) van de Roek (gegevens
tlm 1985 uit verschillende bronnen, samengevat in Peeraer 1986 en na 1985
SOVON). |
1924 |
30.000 |
1975 |
11.000 |
1993 |
47.500 |
1936 |
30.000-50.000 |
1978 |
12.000 |
1994 |
52.000 |
1944 |
40.000-50.000 |
1980 |
21.000 |
1995 |
58.000 |
1950 |
50.000-55.000 |
1985 |
30.000 |
1996 |
60.000 |
1970 |
11.000 |
1992 |
40.000 |
1997 |
58.000 |
Tabel 46. Kolonies met
minimaal 500 nesten van de Roek in 1997, met de aantallen uit de drie voorgaande
jaren. |
|
1994 |
1995 |
1996 |
1997 |
Gramsbergen Ov |
? |
? |
1700 |
1437 |
Kanaaldijk, Lochem Gld |
895 |
794 |
905 |
1000 |
Noorddijk, Twello Gld |
1079 |
1056 |
1002 |
895 |
Koolhoven, Tilburg NB |
619 |
745 |
778 |
794 |
R.K. kerk, Overdinkel Ov |
464 |
538 |
561 |
685 |
Balkbrug Ov |
540 |
424 |
710 |
668 |
Veer, Brummen Gld |
683 |
542 |
664 |
610 |
Cellenweg, Heeten Ov |
750 |
370 |
500 |
605 |
Oosterheselen Dr |
622 |
668 |
687 |
600 |
De Streller, Busloo Gld |
662 |
665 |
757 |
572 |