NotaROEKE(N)LOOS BEHEER?
H.J. van der Veen
januari 1999
Inhoud 1 Inleiding
2 Probleemstelling
3 Beleid tot
nu toe
4 Nieuw Beleid
Bijlage 1 Overzichtskaart
van roekenkolonies in 1998 in Meppel (niet opgenomen in dit *.html-document)
1. INLEIDING
2.1 Wat houdt het roekenprobleem in? Sinds enkele jaren komen er vanuit de bevolking van Meppel en Nijeveen klachten over roeken. Deze klachten bestaan uit geluidsoverlast van nestelende en broedende roeken. De laatste twee jaar concentreert het probleem binnen Meppel zich rond de wooncomplexen Uylenborg en de Breitnerhof. Daarnaast is ook overlast bekend vanuit de voormalige gemeente Nijeveen. In beide gevallen gaat het om roeken die dicht bij woningen broeden. Voor het overgrote deel broeden de roeken in gemeentelijke bomen. De gemeente Meppel is belast met het voorkomen van roekenoverlast. Tot op heden is er voor het roekenprobleem nog geen adequate oplossing gevonden. Behalve de overlast is er dus het probleem hoe deze te voorkomen en te bestrijden is. 2.2 Waarom is de roek een probleem? De roek is een sociaal levende vogel die vooral de laatste tien jaar steeds meer zijn broedterrein heeft verlegd naar de bewoonde gebieden. Roeken leven en broeden in kolonies. Zij zoeken hiervoor hoge bomen in parkbossen, begraafplaatsen, eendenkooien en populierenaanplant. Onder zeer gunstige omstandigheden kunnen kolonies uitgroeien tot wel 2000 nesten. Met name het gedrag van de roek in de grote kolonies is aanleiding tot de huidige problemen. De overlast van roeken doet zich vooral voor in de late winter en het vooijaar. Meestal in maart, maar soms al in januari of februari, betrekken roeken hun kolonies. In de loop van april zijn de eerste jongen te horen en in juni zijn deze vliegklaar. In de periode januari tot juni produceren de vogels in de kolonie een aanzienlijke hoeveelheid geluid. Deze geluiden houden in veel gevallen zowel overdag als 's-nachts aan. Binnen Meppel zijn een aantal kolonies aanwezig op minder dan 100 meter van wooncomplexen. De combinatie van afstand woonomgeving en geluidsniveau zorgt ervoor dat roeken als ongewenst worden ervaren. In enkele gevallen wordt ook de vervuiling door uitwerpselen van de roeken al hinderlijk ervaren. 2.3 Omvang van de roekenoverlast Roekenkolonies in steden zijn al vanaf de jaren zeventig bekend uit diverse grote steden in Nederland. De overlast die roeken hierbij kunnen opleveren is een fenomeen dat zich laatste tien jaar nadrukkelijk gemanifesteerd heeft. Uit verschillende delen van ons land zijn meldingen bekend over problemen door roekenkolonies. Ook verschillende gemeenten in de provincie Drenthe zijn de laatste jaren met roekenoverlast geconfronteerd, ondermeer Hoogeveen en Emmen. De huidige overlast in Meppel is dus niet een typisch Meppels probleem. Omvang van kolonies binnen Meppel In de periode 1993-1998 kende Meppel twintig lokaties met roekenkolonies, die verspreid door de stad en het buitengebied lagen. In 1998 werden zestien broedlokaties geteld (Tabel 1). Bij de vier overige lokaties zijn geen noemenswaardige aantallen broedparen waargenomen. Tabel 1: overzicht van roekenkolonies
in de gemeente Meppel in 1998
Enkele opmerkingen: In de periode 1993-1998 waren de roekenkolonies nabij het Crematorium en Olde Staphorst groter van omvang. Door verstoring is de kolonie nabij Olde Staphorst deels verdwenen. Of dit ook geldt voor de kolonie bij het Crematorium is niet bekend. Een kolonie aan de Rechterense weg is geheel verdwenen. Deze bevond zich op particulier terrein. De kolonie nabij cafe Oosting in Nijeveen
(No 17) is een relatief nieuwe en is nog bescheiden van omvang. Waarschijnlijk
gaat het hier om een vestiging van roeken die afkomstig zijn uit de omgeving
van de Veendijk Niet in het overzicht opgenomen, maar wel aanwezig is een
mogelijke broedgeval van de roek in een particulier bosje langs de 2e Kerkweg
in Nijeveen.
Omvang van de overlast binnen Meppel
Omvang van de roekenoverlast in omliggende
gemeenten
Ook in Hoogeveen is er sprake van overlast door roeken. Bij de gemeente Hoogeveen zijn het afgelopen jaar veel klachten over geluidshinder binnengekomen In sommige gevallen is er sprake van psychische klachten en slaapstoornissen. Verder zorgen uitwerpselen voor overlast. Verder is bij de kolonies in Havelte enige overlast bekend, vooral langs de Veendijk. De kolonies in de Wijk, Koekange en Ruinerwold bevinden zich op particulier terrein en liggen over het algemeen verder van de bewoonde omgeving. Bij deze roekenkolonies zijn geen of nauwelijks meldingen van overlast bekend. Hetzelfde geldt voor kolonies in Staphorst. De aanwezige kolonies (3 stuks) liggen in het buitengebied. In de gemeente Brederwiede zijn geen roekenkolonies bekend. Er is een tijd geweest dat de roek een vrij schaarse verschijning was in Nederland. Tussen 1960 en 1980 werden roeken sterk bejaagd en had de roek veel te lijden van chemische bestrijdingsmethoden in de landbouw. Ook de nivellering van het landschap, o.a. veroorzaakt door ruilverkaveling, teeltwisseling, e.d., heeft mogelijk aan de achteruitgang bijgedragen. In het begin van de jaren zestig waren er naar schatting 2000 broedparen in Drenthe aanwezig1. Sinds 1977 bezit de roek de status van beschermde vogel. Door deze maatregel en door de vermindering van het aantal bestrijdingsmiddelen kon het aantal broedparen in de tachtiger en negentiger jaren weer stijgen. Met name begin negentiger jaren zijn de aantallen roeken in Meppel sterk gestegen2. De belangrijkste vraag is welke factoren hierop van invloed zijn geweest. Hierbij spelen een aantal zaken een mogelijke rol. De huidige overlast van de roek zou te maken kunnen hebben met de gunstige omstandigheden van de lokaties in de stad. Roeken hebben hoge bomen nodig. Binnen Meppel is met name de Uylenborg geschikt vanwege de grote aantallen hoge bomen. Verder kan het ontbreken natuurlijke vijanden, zoals roofvogels, van invloed zijn op de uitbreiding van de roek. Het ontbreken van natuurlijke vijanden, in combinatie met de aanwezige hoge bomen, zou ervoor kunnen zorgen dat roeken ongestoord in steden kunnen broeden. Een andere mogelijkheid is de verstoring van de nesten in omliggende gemeenten. Volgens een onderzoek van Klemann is er een relatie van de afname van het aantal broedparen in Havelte en de toename van het aantal broedparen in Meppel (Tabel 2). Ook verstoring van de kolonie nabij Olde Staphorst heeft geleid tot een afname van het aantal broedparen. Of er hier ook een relatie is met de toename van de kolonie nabij de Uylenborg is niet bekend. Tabel 2: overzicht van het aantal broedparen
in ZW-Drenthe
Uit tabel 2 blijkt dat het aantal broedparen in Havelte in drie jaar tijd bijna is gehalveerd. In 1993 is in Havelte een particulier bosje nabij Eursinge gekapt, waarin een kolonie roeken aanwezig was. De broedende vogels hebben zich nadien verspreid over meerdere lokaties, waaronder de Veendijk en mogelijk Nijeveen. Daarentegen zijn na 1993 zowel in Meppel, Nijeveen, Staphorst en Steenwijk de aantallen broedparen geleidelijk toegenomen. Aangenomen wordt dat de toename in Meppel en Nijeveen het gevolg is van verstoring van de nesten in Havelte. De verjaagde roekenparen hebben waarschijnlijk hun broedgebied verlegd naar Meppel en Nijeveen. Het is echter onduidelijk waarom de populatie juist in Meppel en Nijeveen is toegenomen en zie kolonies in Ruinerwold gelijk zijn gebleven. Ook in Steenwijk is een stijging van het aantal broedparen te zien in de periode 1993-1998. Hier werden in 1998 een aantal roekenkolonies verstoord. Dit heeft tot gevolg gehad dat een aantal roekenparen zich verspreid hebben over de stad en nieuwe kolonies hebben gesticht. Het aantal kolonies is inmiddels gestegen van vier naar ongeveer negen. Ook hier breiden de aantallen broedparen per kolonie zich weer uit3. Volgens Bureau Veldkamp houdt de toename van de roek verband met natuurlijke aanwas. De relatief gunstige omstandigheden (wettelijke bescherming) zorgen ervoor dat de roek in NW-Overijssel en ZW-Drenthe in aantallen vooruit is gegaan. De drang tot uitbreiding van broedplaatsen hierbij is een logisch gevolg. Zowel uit de koloniegegevens van Meppel
en de omliggende gemeenten, als uit de omvang van de roekenoverlast zijn
er een aantal conclusies op te maken.
Sinds enkele jaren kampt Meppel met het roekenprobleem. In 1998 is een eerste aanzet gegeven om de roekenoverlast te verminderen. Een aanvraag voor het verstoren van de twee probleemkolonies werd afgewezen. Het motief voor verstoring (geluidsoverlast schaadt volksgezondheid) werd ongegrond verklaard. Op dit moment is er nog steeds sprake van overlast. 3.2 Beleid omliggende gemeenten Niet alleen binnen Meppel vormt de roek een probleem. Ook de omliggende gemeenten hebben de afgelopen jaren te maken gehad met roekenoverlast. Hieronder volgt een kort overzicht van het beleid wat de afgelopen jaren door de diverse (oud) gemeenten is gevoerd. Nijeveen
Havelte
De Wijk en Ruinerwold
Hoogeveen
Steenwijk
Staphorst
Wettelijk kader
Mogelijkheden
1. er moet voldaan worden aan de eisen
gesteld in artikel 53 eerste lid van de Jachtwet (a,b,c of d)
Intern
Meppel kent naast de huidige kolonies ook een aantal oude roekenkolonies die niet meer als broedlokatie gebruikt worden. Er zal onderzocht moeten worden of deze lokaties nog geschikt zijn en welke maatregelen er genomen moeten worden om deze geschikt te maken. Verder dient er aan totaalbeeld van potentiele broedlokaties binnen Meppel te komen. De geschikte houtopstanden binnen de woonwijken als in het buitengebied zullen in kaart gebracht moeten worden. Bij het maken van een dergelijk overzicht kunnen ook niet gewenste lokaties voor roekenkolonies worden opgenomen. Bovendien zal er bij het ontbreken van specifieke informatie over b.v. voedselgegevens, randvoorwaarden voor vestiging van kolonies e.d. samengewerkt moeten worden met een extern bureau of instantie. Er zal met de diverse vergunningverlenende instanties overlegt moeten worden welke diervriendelijke mogelijkheden aanwezig zijn om de nesten te verstoren. Op dit moment dit nog onvoldoende duidelijk. Verder is nader onderzoek nodig om de effecten van de diverse maatregelen te kunnen beoordelen. Dit geldt voor ondermeer het verjagen d.m.v. geluidsgolven en de bejaging met valken. De gemeente Hoogeveen wil, als er vergunning wordt verleent, de komende winter met het inzetten van valken de overlast te lijf gaan. Een belangrijk aspect in de roekenproblematiek is dat de diverse beleidsuitgangspunten op elkaar worden afgestemd. Een nieuwe visie voor het roekenbeleid kan immers gevolgen hebben voor andere beleidsterreinen. Het gaat hierbij om o.a:
De afdeling Openbare Werken is verantwoordelijk voor het kap- en aanplantbeleid. Bij het kapbeleid zal gekeken moeten worden naar de mogelijkheden om hoge bomen bij potentiele en actuele broedlokaties te beschermen tegen voortijdig kappen. Met behulp van de inventarisatiegegevens van geschikte houtopstanden kan dit in kaart worden gebracht. Zo kan voorkomen worden dat deze lokaties door grootschalige onderhoudswerkzaamheden (dunning, vervanging van bomen, e.d.) ongeschikt worden voor de vestiging van roeken. Ook bij de aanvraag van kapvergunningen door particulieren kan als er is van een (potentieel) geschilde roekenlokatie een herplantplicht opgenomen worden. Bij de aanleg van nieuwe groenelementen en bij renovatie van bestaande groenobjecten kan rekening gehouden worden met roeken, door op deze plaatsen te zorgen voor het aanplanten van hoge bomen waarin deze dieren kunnen nestelen of overnachten. Dit geldt vooral voor de randstedelijke zone en het buitengebied. Verder zal ook met de afdeling VROM samengewerkt
moeten worden bij de afstemming van ruimtelijk beleid. Bij het uitwerken
van uitbreidingsplannen kan gekeken worden naar o.a.
Dit geldt ondermeer voor de projecten Industrieterrein-Noord fase 2, NAT-Industrieterrein, Berggiersslanden, Danninge Erve en het nog nader uit te werken woongebied nissen Meppel en Nijeveen. Extern
Een belangrijke spil hierbij vormen de diverse vergunningverlenende instanties als het Ministerie van LNV en de Provincie Drenthe. Samen met deze organisaties zal gezocht moeten worden naar oplossingen voor de huidige overlast. Van belang is dat de wettelijke mogelijkheden, de voorwaarden en criteria voor het verlenen van een vergunning duidelijk in beeld worden gebracht, met name waar het gaat om de volksgezondheid. Het verdient bovendien de aanbeveling om vanuit het gemeentebestuur een verzoek bij het Provinciaal Bestuur in te dienen voor het maken van een provinciaal beleid omtrent roekenoverlast in relatie tot de volksgezondheid. Samenvattend kan gesteld worden dat een goede samenwerking en afstemming moet: voorkomen dat:
|