ROEK Corvus frugilegus
Jan-Willem Vergeer, Gerard van Zuylen, 1994.
Uit: Broedvogels van Zeeland, pag 355
Utrecht : Stichting Uitgeverij Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische
Vereniging. - lll. - (De avifauna van Nederland; nr. 2)
Voormalige broedvogel
Algemeen
De Roek is in Nederland een standvogel en broedt koloniegewijs in hoge
bomen. Het voedsel is gevarieerd en bestaat o.a. uit zaden, ongewervelden
en aas; het wordt in de broedtijd vooral in grasland gezocht.
Roeken werden in Nederland en Vlaanderen lange tijd fanatiek bestreden,
voornamelijk vanwege vermeende schade aan de landbouw, maar ook wegens
geluidsoverlast. Bovendien trad in de jaren vijftig en zestig in heel West-Europa
een sterke afname op als gevolg van het gebruik van zaaizaadontsmettingsmiddelen.
In westelijk Nederland en Vlaanderen was de Roek begin jaren zeventig een
zeldzame broedvogel geworden. Door een verbod op het gebruik van kwikverbindingen
als zaaizaadontsmetting en de volledige bescherming (in Nederland) van
de soort in 1977, zijn de aantallen plaatselijk weer wat hersteld. In West-Nederland
is hiervan echter nog weinig te merken.
Voorkomen voor 1983
In de eerste decennia van de eeuw broedde de Roek met minimaal enkele
honderden paren in de provincie, vooral in oud geboomte in steden en dorpen.
Daarbij lag het zwaartepunt op Walcheren. Ongetwijfeld zal de soort op
meer plaatsen hebben gebroed dan ons bekend is. Vanaf het begin van de
eeuw ging de soort in aantal achteruit. Van de kolonies in West Zeeuws-Vlaanderen
was er na 1925 nog maar één over. Op Walcheren waren de vestigingen
in Nieuwland, Arnemuiden en het Sloe vóór 1936 verdwenen.
De grootste kolonie (waarschijnlijk enkele honderden paren) bevond zich
op Ter Hooge, Walcheren. In 1943 waren hierdoor stelselmatige bestrijding
nog slechts 40 paren over. Tijdens de oorlogsinundatie verhuisden een aantal
Walcherse Roeken naar Goes en Heinkenszand, Zuid-Beveland waar waarschijnlijk
tot begin jaren vijftig werd gebroed. De na 1944 overgebleven Roeken rond
Middelburg werden nog steeds bestreden en rond 1950 was de soort hier verdwenen.
Tot 1962 zou de Roek nog in gering aantal elders op Walcheren hebben gebroed.
De vestiging in Zierikzee, Schouwen verdween rond 1950 door bestrijding;
de nesten werden doorzeefd met hagel en weggespoten. Het lijkt erop dat
de Roek al als broedvogel uit Zeeland verdwenen was voordat de grootscheepse
vergiftiging door het gebruik van bestrijdingsmiddelen een aanvang nam.
1983-91
In 1991 vond een mogelijk broedgeval plaats in een polderbosje in de
Lippenspolder OZVL. Hervestiging van de soort lijkt op termijn niet onmogelijk. |