Rugstreeppadden en Kleine Watersalamanders op het strandTerschelling, vrijdag 9 augustus 2002 ter hoogte van paal 15. In het mulle
zand op het strand van Terschelling kwam ik vreemde loopsporen tegen. Het
zag er naar uit dat het hier om sporen van Rugstreeppadden ging. In het
verleden had ik wel eens ter hoogte van de Noordvaarder (westpunt van Terschelling)
een tweetal Rugstreeppadden onder een plank op het strand gevonden. Toen
dacht ik dat het om verdwaalde beestjes ging. Nu stonden er zoveel sporen
dat er iets anders aan de hand moest zijn. Doordat het al in de middag
was, waren veel sporen al onderbroken door stuivend zand en badgasten.
Waar de sporen naar toe gingen en waar ze vandaan kwamen was onduidelijk.
RugstreeppaddenMaandagochtend, nog voor de wind opstak en nog voor de badgasten, jutters
en paarden het strand plat zouden lopen, ben ik op zoek gegaan naar sporen.
De verrassing was groot. Aan de voet van de duinen, op de hoogste delen
van het strand was de vorige dag over een brede strook een dun laagje droog
zand afgezet. Hierin waren volop sporen aanwezig. Ik vermoedde dus dat
het sporen van rugstreeppadden waren maar wilde het nu zeker weten. Hoeveel
zijn het er, waar komen ze vandaan en waar gaan ze naar toe?
Nu zijn rugstreeppadden goede gravers en ik vermoedde al dat ze zich wel ergens in de grond ingegraven zouden hebben; maar waar? Onder zwerfafval, waar op het land ook vaak gewone padden en bruine kikkers te vinden zijn, leek logisch. Het strand was echter bijna vrij van zwerfafval. In de winter kan er echter héél véél troep liggen (foto 2)
Om de badgasten niet door deze enorme zooi weg te jagen wordt het strand keurig aangeharkt en er lag dan ook weinig materiaal waaronder padden zich konden verstoppen. Eindelijk zag ik een plankje met mooie sporen eromheen. (foto 3)
Toen ik het plankje omdraaide zat daaronder een kleine watersalamander en duidelijke graafsporen van waarschijnlijk een rugstreeppad. (foto 4).
De graafsporen bleken inderdaad van een rugstreeppad te zijn. Ik groef hier een kleine, maar vette, bolronde pad op. Om te controleren of mijn interpretatie van de looprichting goed was geweest heb ik het dier op het mulle zand gezet om te zien wat voor sporen een lopend dier achter zou laten. De interpretatie bleek te kloppen; het waren sporen van rugstreeppadden en ook de looprichting was goed te herkennen. (foto 5).
Rugstreeppaddden hebben geen afval nodig om zich onder te verstoppen, maar het is wel makkelijk er gebruik van te maken. Zonder afval zijn ze ook goed in staat zich in te graven, maar voor iemand als ik vrijwel niet meer te vinden. Slechts eenmaal vond ik aan de voet van een duin een geopend holletje waar (hoewel loopsporen gewist waren) vermoedelijk een rugstreeppad uit was gekomen. (foto 6).
De loopsporen van de padden waren over het algemeen vrij strak richting duinen (foto 7)
Zo gauw echter het helmgras bereikt werd, gingen de sporen kriskras
door elkaar, over en door de pollen helmgras waardoor ik het vervolgspoor
ook steeds bijster raakte en bij slechts één exemplaar ben
ik erachter ben gekomen waar die zijn verblijfplaats had.
Kleine WatersalamandersBehalve rugstreeppadden bleken er ook nogal wat kleine watersalamanders aanwezig te zijn. Tijdens mijn wandeling 's ochtends trof ik dus een levende kleine waterslamander aan onder het plankje bij de rugstreeppad (foto 9), maar ook een dood exemplaar, verdroogd op het mulle zand (foto 10).
Later die dag, zoals het een echte badgast betaamt, vertoefde ik met de kids op het strand. Met de hele familie nog even een dode zeehond (foto 11) en de rugstreeppad bekijken. Mijn zoontje had eerder al een tweetal rugstreeppadden opgegraven bij een aangespoeld visnet en om te te zien of het om dezelfde padden ging, hebben we de pad onder het plankje nog even bezocht.
Bij toeval vonden we op het mulle zand nóg een dode opgedroogde kleine watersalamander en onder een stuk plastic ook weer een levende. Reden om tussen paal 14 en 15 nog eens intensief op zoek te gaan naar salamanders. Terwijl de aantallen 's ochtends bleven steken op één levende en één dode salamander, vonden we 's middags nog eens 7 levende (waaronder 4 bij elkaar onder een stuk zwart plastic) en 10 dode !!. Totaal dus 19 Kleine watersalamanders over één kilometer strand. Gezien het formaat van slechts enkele centimeters (allemaal ongeveer 3,5 centimeter) ging het hier waarschijnlijk om een fractie van het werkelijke aantal aanwezige dode en levende exemplaren. Terwijl je je bij de aanwezigheid van rugstreeppadden op het strand nog wel iets kan voorstellen; tolerant voor brak water, vreten genoeg en zand om je in te verstoppen, is dit voor kleine watersalamanders een heel andere zaak. Ingraven in het zand is er waarschijnlijk niet bij en met een lengte van 3,5 cm is het risico op te drogen groot. Na deze waarneming kwamen er een aantal vragen in me op:
Het bovenstaande verhaal is grotendeels beschrijvend en er zitten nogal wat aannames in, maar misschien reden genoeg om nog beter op sporen op het strand te letten. Behalve loopsporen van rugstreeppadden kwam ik bijvoorbeeld ook loopsporen van egels tegen. Komen egels hier om rugstreeppadden te vreten? Verder sporen van muizen, kevers, konijnen, hazen en natuurlijk vogels. De randen van het strand en de duinen; overdag het domein van vogels, vliegende insecten, badgasten en jeeps; 's nachts het domein van kruipende insekten, zoogdieren, amfibieën; en niet te vergeten beach-party-gangers.
Dit verhaal is ook geplaatst in RAVON 15, aug 2003, onder de titel: "Baywatch: rugstreeppadden en kleine watersalamanders op het strand." |